vrijdag 28 mei 2021

De andere kijk op woonwagenbewoners die ik in 2004 kreeg

Zoonlief komt thuis van de basisschool. Net als ik schoenen uit voordat hij de woonwagen instapt. Zijn oma en moeder zitten met mij aan tafel te praten. De foto hiernaast geeft een idee. 

Zonder te vragen neemt hij een paar chocolade paaseieren van een toren op tafel en eet ze achter elkaar op. Dan gaat hij naar zijn kamer in de woonwagen en roept me om die te komen bekijken. Zijn computer start hij op en hij gaat kijken naar een pornofilm die hij op internet gevonden heeft. Ik zeg niets maar zijn moeder ziet de verbazing op mijn gezicht die ik niet kan verbergen. Ik ben werkelijk in een voor mij andere wereld terecht gekomen. Een ervaring tijdens mijn eerste kwartier stage…

‘Ja, ik zag het al aan u’ zei zijn moeder met een glimlach op haar gezicht. “Bij u moeten ze om elk eitje vragen. Waarom denkt u dat ik die paaseieren gekocht heb? Voor mijn kinderen toch?”. En in relatie tot de film op het computerscherm was het antwoord: “Hij moet de wereld zoals die nu is toch ook leren ontdekken? Anders dan in uw cultuur?”

Ik rol van de ene verbazing in de andere en ontdek veel tijdens mijn verblijf. Slechts een verschil in cultuur achtergrond. Niet beter of slechter overigens maar anders vanuit de manier waarop mensen (dus ook ik) van jongs af aan zijn beïnvloed.  

Verrassend om bij toeval op internet een van mijn scripties te vinden die ik in 2004 geschreven heb in verband met mijn masteropleiding. Herinneringen aan de stages die ik liep, zoals hierboven, kwamen terug.
Door bemiddeling van de toenmalige burgemeester van de gemeente Nuth Headly Binderhagel, kreeg ik de kans om me wat meer te mogen en kunnen verdiepen in het leven van woonwagenbewoners in een woonwagencentrum in Tilburg en in Maastricht. Het was een meer dan fantastische ervaring die veel meer inzichten boden dan dat waar ik door de uitingen en ideeën van de buitenwereld tot dan toe door ‘besmet’ was.

Velen van hen voelen zich (vanuit mijn stage-ervaringen ‘op de werkvloer’ van destijds terecht) op allerlei gebieden gediscrimineerd in winkels, door buurtbewoners, op scholen, door (potentiële) werkgevers en door overheden. Ze kunnen zich bijvoorbeeld niet of nauwelijks verzekeren, worden niet vertrouwd, krijgen vaak ongenuanceerd commentaar op hun manier van doen en worden meestal direct aangewezen als “schuldige” bij schermutselingen. Verder worden ze niet of nauwelijks gezien als volwaardige gesprekspartners die met de overheid kunnen praten. Veelal staan ze te boek als asocialen. Door “burgers” worden ze gezien als mensen met grote auto’s, gouden kettingen en ringen, veel (zwart) geld en als gevaarlijke mensen. Woonwagenbewoners zijn assertief, flexibel en weerbaar.

In de jaren zestig werden ze gedwongen om te gaan wonen in woonwagencentra. Rondtrekken mocht niet meer. Dat betekende het einde van de ambulante beroepen die ze altijd hadden beoefend. Zo werden deze mensen brodeloos gemaakt. Van de regering kregen ze een uitkering. En zo werden onafhankelijke mensen afhankelijk. Ze zochten andere manieren van werk. Veelal in de autobranche en in oude metalen.

In Tilburg stanste een van de bewoners met zijn vrouw de gaten voor de muziek in speciale draaiorgelboeken. Ze maakten ook draaiorgels. Werkelijk een kunst die nog maar weinig mensen meester zijn. Triest om te horen hoe er door de belastingdienst met hen werd omgesprongen vanuit onkunde over hoe het in de ‘reizigerswereld’ eigenlijk werkt.

Ik moest op een aantal aspecten de drie ‘organisaties’, de rechtspraak, een mediagroep en de woonwagenwereld, vergelijken. En op het aspect management (voor zover je dat woord kunt gebruiken) constateerde ik dat het in die woonwagenwereld eigenlijk perfect geregeld was. Geen geschreven regels, flexibel en binnen de ogenschijnlijke chaos is het goed georganiseerd. Het komt uiteindelijk en soms onverwacht allemaal goed. Een soort van ervaring die ik hier in Thailand ook regelmatig heb en die me meer dan goed bevalt.

In de woonwagenwereld is weldegelijk een duidelijke leiding. Anders dan in veel van onze gezinnen en familie staat het belang van kinderen boven aan. De kinderen hebben een enorm respect voor hun ouders en vooral ook grootouders. Daarbij speelt de oma de belangrijkste rol. De opvoeding van de kinderen gebeurt immers binnen de woonwagencultuur in hoofdzaak door de moeder. Zoals wij dit vanuit het verleden nog kennen speelt in de woonwagenwereld nog steeds dat vaders werken en moeders voor het huishouden en de kinderen zorgen. Een duidelijke leiding is dan ook in lijn te vinden te beginnen van grootmoeder naar de ouders verder van oudste naar jongste kinderen. Het respect blijkt bijvoorbeeld alleen al uit het feit dat kinderen hun ouders steevast met “u” aanspreken. Een cultuur gebouwd op gevoel en emotie.

Het was een mooie tijd en gaf me een totaal andere kijk op deze mooie mensen dan hoe me door de buitenwereld tot dan toe was voorgehouden.

En dat voor mij toen nog zo vreemde idee van schoenen uit voordat je je huis binnen gaat is voor mij inmiddels al meer dan negen jaar hier in Thailand een meer dan geweldige gewoonte.


Frans Captijn (Gangey Gruma) 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten