vrijdag 27 september 2013

Een lang weekend niets doen is tijdverspilling...



Nog nooit maakte ik dit eerder mee. Je leert iedere dag.

Afgelopen week had ik een aantal gesprekken met een gast (een psychologe) uit Engeland. Ze werkte heel bewust op een vast contract drie dagen in de week bij niet de minste internationale firma. Het gaf haar de mogelijkheid om op vrijdag in beginsel vrij te zijn. Daarnaast had ze voor haarzelf dan een dag een soort vrije uitloop voor het uitwerken van rapporten en verslagen en het voorbereiden van assessments en coaching gesprekken de week daarop.

Ze hield van ruimte voor zichzelf. Acht uur slaap op een dag was heel normaal en vroeg opstaan was er ook niet bij. Genoeg tijd om ook weer op te laden bij een intensieve en, zo je zou zeggen op het eerste gezicht, niet al te drukke baan.

Nu dacht ik altijd dat je de waarde van het leven eigenlijk pas ontdekt als je af en toe ook eens tijd durft 'te verspillen' met helemaal niets doen. Zelfs deze psychologe dacht daar anders over. Haar grote probleem was dat ze altijd alles open wilde houden om bij onverwachte zaken niet in het gedrang van tijd te komen. Ze was dan ook heel slecht in het plannen van dingen voor zichzelf in de weekenden. Enerzijds hield ze alles open om verrassingen te kunnen toelaten. Anderzijds was ze aan het eind van een weekend boos op zichzelf wanneer die niet waren gebeurd en het weekend eigenlijk zonder ook maar iets te doen, zomaar weer voorbij was. Het maakte haar somber. Pure tijdverspilling vond ze.

Ik luisterde aandachtig en ik kon het verhaal eigenlijk niet volgen. Is dit juist niet wat zo enorm veel mensen zouden kunnen gebruiken? Tijd, tijd en nog eens tijd. Maar zij werd er moedeloos van…

Als ik met gasten in sommige van onze programma's een oefening doe over tijdbalans dan houden ze vaak op een dag tijd over. Daar begrijpen ze helemaal niets van omdat ze het niet zo ervaren. Veel van die tijd zit hem in sociale media, digitale netwerk contacten en vele e-mails die zonder dat je het in de gaten hebt veel 'vrije' tijd verslinden. Toch was dit bij haar niet het probleem.

In het gesprek kwamen we er achter dat ze eigenlijk altijd een soort generaal excuus had om voor zichzelf niet iets leuks te plannen. Ze was dan in ieder geval thuis voor haar man en de honden. Daarnaast hoefde ze niemand lastig te vallen. Vreemd verhaal zo op het eerste gezicht. Ze gunde haarzelf, alleen, eigenlijk geen plezier en schaamde zich haast als ze voor zichzelf koos. Ze liet alles wel heel erg bewust aan het toeval over. Het toeval was een excuus geworden om haarzelf iets te gunnen zo bleek. En als er dan niets toe viel, dan werd ze boos op haarzelf. Als anderen haar uitnodigden was de drempel om iets te ondernemen nauwelijks aanwezig.

Haar ogen begonnen te twinkelen bij de vraag wat haar in haar vrije tijd inspireerde. Museum en theater bezoek, kunstzinnig bezig zijn, mindful fotografie, wandelen in de natuur (zonder al te veel heuvels), Ze leefde op bij de vraag wat haar favoriete leefomgeving eigenlijk was. Waar ze zich het lekkerste thuis voelde. Die vraag verdiepen zorgde er direct al voor dat ze haar keuken, bij thuiskomst, direct in een andere kleur zou gaan schilderen. Het kan verkeren. Een habitat kunnen wij mensen meestal met maar weinig moeite, aardig naar onze hand zetten. Ze hield van de stad, van de oude gebouwen en de historische energie die daaruit nog steeds voort komt.

Ze nam het besluit om zich te gaan aansluiten bij een tweetal clubs. Doodeenvoudig om daardoor op een natuurlijke manier tenminste één afspraak met en voor zichzelf te hebben. Een drempelverlaging en op een andere manier plannen. Het toe-val je toe laten vallen. Soms zijn oplossingen zo eenvoudig te vinden door eens even stil te staan.

Zeker weten dat ze meer gelijk gestemden gaat ontmoeten. Dat worden zinvolle weekend invullingen.

Het kan verkeren.

Frans Captijn




vrijdag 20 september 2013

Kiezen voor jezelf



Mijn blog voor deze week is een ingeving die ik gisterenmorgen kreeg na een ervaring met het lopen van ons labyrint woensdagavond.

Een gast was al twee dagen enorm geïnteresseerd om het lopen van het labyrint te gaan ervaren in en met een groep. Woensdagavond was het dan ook zover en ze was dan ook al vroeg over het met brandende fakkels verlichte pad de heuvel op gelopen naar de plek waar het labyrint omringd door kaarsen is. Er volgden meer gasten.

Zoals elke woensdagavond gaf ik eerst uitleg en kregen de gasten de mogelijkheid om het labyrint vrijwillig te lopen en de invloed persoonlijk te ervaren. Nadat er al enige tijd zachte harpmuziek speelde en de ogen van de gasten aan het kaarslicht waren gewend dacht ik dat juist die gast als eerste zou opstaan om die ervaring te gaan opdoen. Ze had er immers al even verlangend naar uitgekeken. Ze bleef echter zitten.

Alle gasten liepen meditatief het ene pad in en uit, met uitzondering echter van jawel juist die ene gast.

Bij de nabespreking die volgde gaf ze op het eind aan dat ze trots was op zichzelf. Ondanks het feit dat ze er zo naar uitgekeken had miste ze voor haarzelf het magische gevoel  om het te lopen. Ze deelde met de andere deelnemers en deelneemsters dat het voor haar een overwinning was om het niet te lopen. Voor het eerst in haar leven had ze besloten om alles wat haar omgeving opriep nu eens niet te volgen. Ze had de keuze gemaakt om de groep niet te volgen ondanks dat ze de verwachtingsvolle energie om zich heen voelde om ook mee te doen. Toen ze dit besluit genomen had kwam er ineens een vuurvlieg om haar hoofd en die bleef maar om en boven haar hoofd heen rondjes draaien. Juist daardoor ervoer ze een ander magisch moment dan dat ze zich had voorgesteld. Ze was enorm opgelucht en straalde een blijheid uit omdat het enorm goed voelde.

Dit ging ze vaker doen. Kiezen voor haarzelf in het vertrouwen dat je je kunt overgeven aan je  intuïtie en gevoel. Ze was over haar denkbeeldige drempel.

Nooit verwacht dat labyrinten ook juist deze kracht bevatten. Elke week is het weer een feest van verrassingen.

Mijn les... kiezen voor jezelf zou je eigenlijk altijd moeten doen.

Frans Captijn



vrijdag 13 september 2013

Waar doe je het allemaal voor?



Vorige week reed ik met onze Thaise hond, Kadhow, op de scooter over een prachtige weg richting een van de vele watervallen hier. Onderweg zag ik een kleine vijver langs de kant van de weg opduiken. Nou eigenlijk zag ik de vijver niet. Ik zag een prachtig licht groen met grijs beton omrand tapijt van kroos. Het moest wel een vijver zijn. Ik draaide met de scooter om en liep er met Kadhow naar toe. Gewoon even stil staan en even stil zijn. Een fantastisch mooi gezicht zo met die zon en schaduwen op dat natuurlijke geweven laken van kroos.

Er kwam ineens een verhaal van een hele lange tijd gelden in mij op.  Iemand die, ongewenst, plotseling de politiek bestuurlijke omgeving moest verlaten vertelde me het ooit.

Het zelfde verhaal met soms een kleine variatie er in hoor ik, nu ik met aardig wat internationaal gasten in programma’s in contact kom, regelmatig. Het wordt je sneller duidelijk als je zelf in een bepaald ‘schuitje’ zit. Ook ik heb het ervaren.

De grote vraag; Waar doe je het allemaal voor? Of liever gezegd; Waar deed je het nu eigenlijk voor? Wat kreeg je er voor terug? O.K. een salaris en wat dan nog meer wat je zo enorm gelukkig heeft gemaakt in het verleden en/of nog steeds gelukkig maakt nu?

Steeds vaker vraag ik me af waarom mensen zich pas deze vraag stellen als ze met iets zeer ernstigs in hun eigen persoonlijke leven worden geconfronteerd. Zo verging het mij na een eenzijdig ongeval en zo verging het drie mensen (een zakenman uit Hongkong, een (andere) voormalige politieke ambtsdrager en een manager) die ik de afgelopen maanden persoonlijk vanuit een programma sprak.

Bij deze drie mensen constateerden doctoren, onverwacht, een zeer ernstige en levensbedreigende ziekte. Als zo'n mededeling je persoonlijk treft dan schudt die je wakker. Hij komt anders aan dan dat je die vanuit mensen die dit bericht in je omgeving krijgen ervaart. Het is een signaal om eindelijk in te gaan zetten op gaan LEVEN. Je bakens te gaan verzetten naar die plekken waar ze misschien eigenlijk altijd al hadden moeten staan.

Heel, heel veel mensen zijn zo enorm druk in hun bestaan. Met presteren, geven, hollen, (over)werken, plannen, regelen, doelen nastreven, etc.. Ze ervaren nog nauwelijks dat ze tenminste even druk zouden moeten zijn met hun bestaan. Met het bestaan in hun bestaan.

Misschien ben jij er ook een van. Ik hoorde ooit een hele lange tijd tot de groep. Heel soms betrap ik me er echter nog wel eens op dat ik toch weer even deel van die ‘club’ uit maak. Zonder dat je er nog erg in hebt geef je alles en vergeet je vaak voor jezelf te ontvangen. Als je bereikt hebt wat je wilde bereiken is er geen tijd (of neem je geen tijd) om daarvan te genieten. De volgende opdracht ligt al weer in het verschiet.

En als je dan door wat voor reden ineens niet meer kunt geven wat je gaf of door wat voor reden even niet meer kan zijn wie je in de ogen van anderen was (om van te profiteren) dan blijk je in de meeste gevallen weer heel snel door diegenen waar je het voor deed en door het systeem waarin je je rollen met passie vervulde vergeten.

De persoon uit de bestuurlijke wereld die me met het verhaal even heel erg bij de les bracht en raakte vertelde me het gevoel te hebben er absoluut niet meer bij te horen na het plotseling moeten opgeven van de loopbaan. Het enige recht dat er nog leek te zijn bleek het aanrecht. Je voelde je aangekeken, mensen durfden je niet meer te benaderen alsof je besmet was. Na een hele korte tijd was je gewoonweg vergeten of werd er, meestal in negatieve zin, nog eens een keer ergens om je gelachen. Het was alsof er een steen in een vijver met kroos gegooid werd. Je zorgde met de activiteiten die je deed even voor een rimpeling in de vijver en snel zorgde ‘het systeem’ er voor dat als je niet meer paste, je snel werd uitgesloten. Het systeem ging zonder jou verder alsof er helemaal nooit iets aan de hand was geweest. Met dank voor de inzet… Waar deed je het allemaal voor?

Met de hond aan de riem bij de plas met kroos gooide ik een grote steen en gooide die in de vijver om te kijken hoe dat er uit zag. Ik nam er wat foto’s van. Zie hier. En ja, de vergelijking gaat wel heel aardig op. Binnen luttele seconden was het tapijt weer gesloten. De deining van het water dempte door het gewicht van het even dansende tapijt ook snel. 








Ik bleef nog even staan kijken. Natuurlijk moet en draait het leven door. En toch is het goed om er met al je inzet en al je tijd die je in je activiteiten steekt eens even bij stil te staan, voordat het misschien (bijna) te laat is, wat voor jou écht de reden is van je bestaan. Je bent in de meeste gevallen (helaas) weer heel erg snel vergeten…

Waar draait het nu eigenlijk om?

Frans Captijn

vrijdag 6 september 2013

Niets zijn… maakt je alles.



In onze wereld lijkt het er wel allemaal om te draaien dat we iets voorstellen. Een soort ‘ranking’ binnen ons systeem. Met ons hoofd, net weer effe anders, boven het maaiveld uitsteken. Hoewel dat gevaarlijk kan zijn zo weet ik uit ervaring.

Al eerder heb ik geschreven dat ik heel erg dankbaar ben voor de stimulans die ik altijd van mijn ouders heb gehad voor en bij mijn studie. Zij vonden en zagen dat er ‘meer’ in zat. Welke tussenliggende ‘afslagen’ ik op mijn levenspad ook bezocht, zij brachten me regelmatig op een ander spoor. Het werd een spoor van stapje voor stapje, zowel met mijn opleidingen als ook in mijn banen en functies, hoger.

Door die stap voor stap manier, die ik nu als Kaizen vaak hier bestempel, heb ik me in allerhande ‘kringen’ mogen begeven. Ik heb me overal thuis gevoeld en was, zo hoor ik inmiddels steeds vaker van mensen om me heen, wie ik nog steeds ben; ‘Niets veranderd’. Die ‘kringen’ anderzijds bestempelde mij echter regelmatig als ‘vreemde eend in de bijt’. Iemand met het hart op de tong, een nar, die vaak zei wat anderen alleen maar durfden te denken. Geërfd van mijn moeder die als actrice, in welk kostuum of met welke lagen make-up ze ook bedekt was, haar echte zelf nooit verborg.

Het verhaal dat ik hoorde, in combinatie met mijn ervaring met Khun Wang, riep de vraag in me op waarom we altijd iets moeten voorstellen, iemand moeten zijn?
Jaren was ook ik trots op mijn mooie uniform of de burger pakken waarin ik liep. ‘Kleren maken de man’, een gevleugelde uitspraak van mijn moeder. En ja, dat vind ik ook nog steeds. En toch zit er ook iets heel aparts achter zo leerde ik van het verhaal en van Khun Wang.

Heel veel mensen die ik ken dragen, om hun rol of functie te ondersteunen, een soort uniform. Of dat nu een net pak, een mooie jurk of een uniform is. Ze stellen ‘iets’ voor en ze laten dat er (nog meer) mee zien.
In de meeste gevallen stralen ze echter slechts de buitenkant uit. Ze zijn de hele dag in de weer, vanuit eigen verlangen of de verwachtingen waarvan ze denken dat de buitenwereld die van ze heeft, om dat mooie verenpak in stand te houden. Dat kost enorm veel energie. De gezondheid vaart er absoluut niet wel bij. En, alweer een uitspraak van bij ons thuis, als je hoog 'staat' kun je ook heel diep vallen.

Hier in Thailand heb ik steeds meer mooie contacten met mensen die niet de minste posities hebben in de (internationale) zaken- & overheidswereld. Geweldig mooie ‘profielen’, zat ‘gestudeerd’, geweldige verhalen, enorme ‘netwerken’. En jawel, je kunt gelijk zeggen heb je dat zelf ook niet Frans? Klopt.
En waar ik hier, door hun verhalen, nu door wakker wordt geschud is dat die uiterlijke vertoningen ze absoluut niet blij maakt. Eerder juist kwetsbaar, verdrietig en uitgeput. Die privé verhalen zal ik je besparen. Ik kan je vertellen dat ze vaak in en in triest zijn. En van buiten... straalt het tomeloos gelukkig uit.

Ze gaan, nee moeten van zichzelf, steeds harder werken en zich met steeds meer uiterlijk vertoon naar de buitenwereld presenteren. En dat, terwijl ze vaak feitelijk aan de binnenkant in een ‘broken home’ leven. Vooral bedekt, dat wel. Een gigantisch zware last die ze mee tornen op de schouders. The show must go on…

Khun Wang heeft dat niet en kent dat niet. Hij is niets en hij heeft eigenlijk ook niets. Een staat van ‘niets’. Maar dat niets maakt hem juist alles!

Hij is en blijft mens. Hij kan net als ieder ander uiteindelijk niets mee nemen. Niemand is op hem uit. Waarom zou je jaloers op hem zijn. Van dat wat hij niet heeft deelt hij nog, koude thee en wat tropisch fruit ‘Dragon Eyes’ uit zijn tuin.

Hij heeft niets en heeft ook niets te verbergen. Hij hoeft niet mee in het ‘spel’, heeft geen voelsprieten om hem heen nodig om in de gaten te houden wie hem zou willen beschadig of het hem niet gunt. Hij is open en doordat hij open is geniet hij van alles om hem heen. Die andere, in mijn beleving échte, vorm van aandacht. En het mooiste is, je loopt zo bij hem binnen. Hij heeft altijd tijd voor je, is oprecht geïnteresseerd. Hij hoeft er, nee wil er niet eens, beter van te worden. Hij ‘is’.

Ik ken ze nog zo van vroeger als kind, die mensen in de buurt die ‘niets’ waren en er eigenlijk altijd waren. Ik ken ze nog zo uit de omgevingen later. Die mensen die er, zonder ook maar iets te vragen, altijd waren en klaar stonden met dat wat ze hier 'gewoon' te brengen hadden en hebben. ‘Vrijwilligers werk’ noemen ze het vaak. Die mensen, die in de (on)echte wereld zogenaamd niets voorstellen, die doen er in mijn ogen juist toe. 

Gelukkig zijn ze er nog steeds. Van die échte warme open en oprechte mensen die er gewoon altijd en alleen maar zijn. Ja, ze zijn

Niets maakt je alles!

Frans Captijn