vrijdag 4 juni 2021

Lekker lachen. Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd.

We gaan gemiddeld zo’n vijf tot zes keer per week uit eten. Effe er uit en voor de prijs hoef je het niet te laten. Daarnaast niet al te veel boodschappen, tijd om aan andere dingen te besteden en ook nog eens minder afwas. Ook om nog eens andere mensen te ontmoeten. En 'afhalen' of 'online' bestellen blijft niet mijn ding. 

In ons dorp wonen drie buitenlanders, een Australiër, een Duitser en ik. Alle drie hebben we een Thaise partner en we treffen elkaar vaak in het kleine restaurantje aan de rand van ons dorp. Regelmatig duurt het nogal even voordat het eten dat we bestellen klaar is. We zijn niet de enige klanten en veel mensen komen er om af te halen. Prima eten, goeie pot bier met ijs en lachwekkende conversaties. Gewoonweg meestal droge humor over dat wat er die dag dus allemaal weer eens anders ging dan we dachten.
We lachen dan ook aardig wat af met z’n allen over eigenlijk helemaal niets. En de dames doen ook regelmatig een stevige duit in het zakje. En weer op weg naar huis, met nog steeds een glimlach op je gezicht, voelt het werkelijk dat je die dag weer zalig geleefd hebt.

Een voorbeeldje.
Afgelopen week hadden we een uitnodiging voor een verjaardag ontbijt van de vrouw van de Australiër. Hij wist niet wat er allemaal ging gebeuren en liet het maar weer over zich heen komen zei hij vooraf. Verkeerd gehoord maar die verjaardag begon al om zes uur in de ochtend terwijl ik acht uur verstaan had.

Wij kwamen dus om acht uur en op dat moment zaten er negen monniken in een tent al aan een stevig ontbijt na alle ceremoniële zaken en het chanten dat ze er de afgelopen twee uur al op hadden zitten. Voor de dertig gasten was er zowel Thais als internationaal voor ongeveer honderd man gekookt geloof ik en natuurlijk al vroeg in de ochtend ook bier. Het leek wel een beetje fruhshoppen tijdens carnaval.

De hoofdmonnik begreep dat wij, overigens net als onze Australische kennis (Bob), zijn zegen hadden gemist en nodigde ons uit om dat alsnog bij hem te komen halen. Wij gaven er gehoor aan. Wat hij ons allemaal toewenste weet ik niet, mijn vriendin zei dat het nogal wat goeds was. Gedurende zijn gebeden besprenkelde hij ons met water en dat ging maar door en maar door.  Ik voelde Bob, die naast mij zat, beginnen te snikken van het lachen terwijl bij mij inmiddels het water mijn bilnaad vulde. Ook ik hield het niet meer.

In de avond troffen we elkaar wederom in het restaurant en kwamen de verhalen en ervaringen met schaterlachen terug. Van mijn moeder heb ik mee gekregen dat die ervaringen zich voortzetten in mijn hoofd en in een soort van eigen setting door gaan. Mijn partner en kids kennen dat en het levert lachwekkende tafrelen op. Heerlijk. 
Even nadien brak er een stortbui uit. Bob en ik keken elkaar aan. Volgens ons was de monnik nog steeds om zich heen aan het zegenen of hij deed gewoon een regendans.

En als ik dan hoor dat je van de overheid in Nederland met ingang van zes juni in de kerken (niet te lang en op spreekniveau) weer mag zingen, dan kom je toch eigenlijk ook niet meer bij van het lachen?

Het gaat eigenlijk nergens over maar is toch zo zalig dat lachen. Geen dag gaat er voorbij zonder zalig te lachen. En wie weet is het werkelijk gezond. Het voelt in ieder geval super. 


Frans Captijn (Gangey Gruma) 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten