Soms ga ik naar de boeddhistische universiteit hier in de stad en volg ik met gasten een lezing. Die gaat altijd over de basis beginselen van het boeddhisme en geeft achtergrond info over meditatie.
Iedere keer is er wel een andere monnik die op zijn eigen manier het zelfde thema belicht. Geweldig om de verschillen te zien en ook de verdieping vanuit andere persoonlijke invalshoeken bezieling en beleving te ervaren.
De Boeddha heeft ons heel wat levenslessen, geen leefregels die je moet volgen, gegeven. Het zijn slechts richtingaanwijzers of handreikingen die je zou kunnen volgen. Als je ze volgt helpen ze je om piekeren, jezelf zorgen maken (sommigen noemen het geestelijk lijden), te verminderen of te stoppen. Je staat veel meer open voor het ervaren van geluk (Happiness) dat er elke dag al lang voor je is.
De monnik die onlangs de uitleg gaf ging eens wat dieper in op het verschil tussen plezier en geluk. Allemaal zo enorm simpel en toch volgens mij niet verkeerd om die simpelheid eens te delen.
Plezier, zei hij, is eigenlijk altijd van korte duur en wordt altijd opgevolgd door piekeren en je (weer en meestal dieper) zorgen maken. Als je je zinnen zet op kortdurende pretjes, aankopen in winkels, op tijdelijke dingen die je even blij maken, dan is je 'geluk' ook maar van zeer korte duur. Meestal heeft het te maken met het willen hebben van materiƫle zaken, met lust of met het even verdringen (door het gebruik van alcohol, drugs en soms ook roken) van zorgen die je hebt.
Plezier is geen geluk. Het is als het najagen van de bal tijdens een voetbal spel. Je doet er alles aan om die bal in je bezit te krijgen en als je hem dan hebt dan schop je hem weer weg om je weer druk te maken over hoe je hem weer krijgt. Een vorm van hollen en nooit stil staan, nooit de bal omhelzen, noemde hij het.
Oprecht geluk is daarentegen geworteld, van lange duur en kent geen 'opvolging' door piekeren.
Geluk
is een capaciteit die je al lang bezit, maar je hebt er echter vaak nog
niet of nauwelijks mee gefunctioneerd, nog niet of nauwelijks mee gewerkt. Het is zoiets als een kind dat nooit
toestemming kreeg om te leren lopen en nu kreupel is.
Direct popt dan natuurlijk de vraag op hoe je dan dat oprechte geluk kunt krijgen. Dat willen we toch allemaal?
En dan wordt het, ondanks dat de uitleg zo simpel is, voor ons toch wat moeilijker. Het roept op tot actie en eigenlijk... is het juist zo goed als geen actie meer.
De monnik omschreef het als een leven waarin je eens dieper kijkt naar al je verlangens en je bewuster af vraagt of je nog wel zo heel veel nodig hebt om gelukkiger te zijn. Waarin je tevreden bent met de unieke persoonlijkheid die je bent en met dat wat je hebt. Waarin je je gehechtheid aan dingen wat meer los laat. Een leven waarin je als eerste geeft. Waarin je al jouw fantastische talenten deelt met de wereld om je heen en niet jaloers bent op de talenten die anderen hebben. Samen kun je immers je talenten delen en sta je sterker. Een leven waarin je je open stelt om vanuit de praktijk te leren en te ervaren om er jezelf en anderen nog beter en mooier mee te maken. Een leven waarin je geen energie verspilt aan vijandschap, haat of afgunst. Waarin je stopt met tobben, kiest voor een simpele levensstijl en minder van anderen verwacht...
En zoals hij zo mooi aan vulde; "Als je leven draait om het doen van goede dingen, je je onthoudt van het doen van slechte dingen en je je geest zuivert, dan heb je zeker een gelukkig leven."
Het is maar wat je wilt, alles draait om persoonlijke keuzes en voor ons in de westerse wereld vooral ook om los willen laten van dat wat je allemaal, uiteindelijk slechts tijdelijk, 'bezit'.
Je hoeft de filosofie maar te volgen...
Frans Captijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten