vrijdag 21 oktober 2016

Elkaar begroeten. Respect tonen en de ander uitnodigen om zijn of haar uniekheid te tonen.

Als mensen elkaar in de westerse wereld begroeten dan schudden ze elkaar de hand. “Hallo! Leuk je weer te zien. Hoe gaat het er mee?” Het standaard antwoord is meestal; “Goed!”. Misschien is dat maar goed ook. Als je immers aan geeft dat het niet zo goed gaat dan is er ineens in het standaard protocol een verstoring. Er moet dan even gezocht worden naar de juiste woorden en of de juiste manier om daar mee om te gaan. En waarom zou het niet eens een keer gewoon niet goed gaan? Het is toch niet meer dan normaal?

In mijn vorige werk, als regionaal commandant brandweer en algemeen directeur van een Veiligheidsregio, bezocht ik regelmatig bijeenkomsten in de regio, ons land of internationaal. En zeker in de werkomgeving worden dan verwacht dat je je zogenaamde netwerkvaardigheden toont. En dat doet dus iedereen op zijn of haar manier bij dit soort bijeenkomsten. Het was zelfs onderdeel van mijn functieprofiel. Iedereen heeft toch een ‘doel’ om te bereiken? En vaak kom je op dit soort bijeenkomsten de mensen tegen die je bij het halen van dat doel kunnen helpen. Je bent dus juist primair naar die mensen op zoek. En dat merk je aan de aandacht die mensen met dat “Hallo!” aan je schenken. Je voelt er soms geen enkele verbinding mee en regelmatig wordt je nog niet eens aangekeken omdat hun ogen gericht zijn op de doelen, die mensen die ze juist wilt treffen. Beter gezegd nodig hebben. Het is meer een hand, een “Hallo”, uit beleefdheid hoewel feitelijk heel erg onbeleefd. Of een zogenaamd gemeende begroeting met een gemaakte lach omdat we voor de buitenwereld niet willen laten zien dat we jou nu eigenlijk bij deze bijeenkomst wel kunnen missen.

Met handen schudden maak je daadwerkelijk fysieke verbinding en dat biedt de mogelijkheid om naast elkaar aan te kijken (de spiegels van de ziel even te raken) de energie van elkaar te voelen. Weinig staan we daar bij stil en toch blijft het iedere keer iets unieks om persoonlijkheden (en iedereen is een persoonlijkheid) aan te raken.

In de cultuur waar ik hier woon is dat aanraken van elkaar er niet bij. Daarvoor moet de relatie langer en sterker zijn en moet er vooral een basis van vertrouwen zijn opgebouwd. Familie is hier nummer één en de rest komt veel later. Sommigen noemen het een soort kat uit de boom kijken. Je kunt het ook zien als respect naar elkaar tonen. En in de begroeting hier die we doen met de zogenaamde ‘Wai’ zit enorm veel respect en zelfs een uitnodiging.

Juist daarover dit blog om te laten zien dat in een elkaar begroeten zoveel meer kan zitten dan een soms ongeïnteresseerd handen schudden.

De "Wai" is de Thaise manier van begroeten en respect tonen. De "Wai" wordt gevormd door van je handen de vorm van de knop van een Lotus bloem ter hoogte van je borst/hart te maken en een klein beetje je hoofd te buigen. De "Wai" is een unieke, gracieuze handeling die als begroeting in heel Thailand wordt gebezigd en die een belangrijke rol speelt in de Thaise etiquette en het uiten van respect. In het Boeddhisme is de Lotus bloem verbonden met de Boeddha. 

In de Thaise / Boeddhistische cultuur gaan mensen er van uit dat in iedere persoon een Boeddha zit. Dat is niets heiligs (Boeddhisme is ook geen godsdienst). Dat Boeddha schap zien ze als een zaadje dat in ieder mens aanwezig is om goed te doen en dat te delen wat in hem of haar aan talenten zit. Daarmee help je je omgeving en help je jezelf in verder groei en wijsheid op de beste wijze.

Bij het begroeten - of het beantwoorden van een groet - met de Wai zeg je feitelijk:

“Een Lotus voor jou, ik nodig je uit om je Boeddha te tonen.”

Je toont respect naar de ander en schenkt hem een lotus. Daarbij nodig je die ander uit om zich zelf te tonen met zijn of haar uniekheid. Meer hoef je niet te zijn, meer hoef je niet te delen. Wees en blijf jezelf. Daarop wordt slechts gewacht en vertrouwd.

In Nederlandse begrippen zou het zoiets kunnen zijn als doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Laat gewoon jezelf zien en speel geen spelletjes. Hoe anders heb ik ervaren in de wereld waarin ik jaren mocht vertoeven in allerhande ‘kringen’ en jawel, ook ikzelf deed er aan mee.

Met de Wai toon je ook respect voor de status van de ander. Jongeren groeten bijvoorbeeld ouderen eerst. Iemand met een hogere status (een monnik, de koning) groet je met je handen (duimen) tegen je voorhoofd (zesde Chakra / derde oog).
Kinderen begroeten hun ouders door hun handen voor hun neus (verbonden met ademhalen / leven) te houden. Ze tonen daarmee respect naar hun ouders omdat de ouders ze het leven hebben geschonken.

Schoolkinderen en studenten begroeten hun docenten met de Wai voor hun mond. Dit respect (volgens mij in het Westen en al zeker op de middelbare scholen nagenoeg niet meer te vinden) heeft als betekenis; “Wij hebben geleerd in iedere situatie eerst ons mond te houden. De leraar is er om ons iets te leren. Daar moet je eerst naar luisteren om te kunnen begrijpen.” Iets overigens dat niet betekent dat je als student dan maar altijd overal je mond over moet houden of alles voor zoete koek hoeft te slikken. Maar neem je tijd eerst eens om te luisteren. De dag daarop, als jij meer weet, kun je met respect die zaken voorleggen of vragen en daarmee schiet iedereen iets op.

Verbinden, respect tonen en de uitnodigen om lekker gewoon jezelf te zijn en te delen wat je aan uniekheid te delen hebt. Voor mij een warme(re) ervaring.


Frans Captijn

www.captijninsight.com


Geen opmerkingen:

Een reactie posten