vrijdag 12 juli 2019

Werkgevers zouden zich wat minder van diploma’s moeten aantrekken

De afgelopen tijd heb ik een paar keer contact gehad met mensen die een carrière stap wilden maken. Een combinatie van een bijdrage leveren aan een organisatie in hun verandering, groei en of ontwikkeling, én een impuls voor hun eigen persoonlijke groei en ontwikkeling. Een proces, of liever gezegd project, dat naar mijn mening altijd hand in hand zou moeten gaan voor het beste resultaat.

Waarom ik het een project noem is omdat het voor mensen en organisaties goed is om na verloop van tijd ook weer afscheid van elkaar te nemen. Dat houdt beiden fris. 
Nu ik dit schrijf herinner ik me een gesprek met een studente communicatiewetenschappen die ooit bij onze organisatie stage liep. Na haar studie werd ze voor een baan bij ons geselecteerd. Als baas zei ik tegen haar bij haar introductie dat ik hoopte dat ze binnen vijf jaar, als visitekaartje van ons bedrijf, ergens anders aan de bak ging. Ze keek eerst wat vreemd op van dat gezegde en volgde het. Nu durf ik te zeggen dat de resultaten er mogen zijn voor beiden.

Veel mensen raken in de sleur van het blijven doen van dingen die ze ooit leuk vonden (en inmiddels niet meer echt, omdat hun groei erin voorbij is). Ze verdienen er hun geld mee als aanmoediging om door te gaan met dat wat ze eigenlijk niet meer echt leuk en uitdagend vinden. Dat is voor twee kanten jammer. Heb het lef om te veranderen. Verandering is groei.

Terug naar mijn onderwerp van deze week. Die mensen waar ik in het begin over had, zagen het als een probleem om een organisatie (en zichzelf) te dienen doordat ze niet helemaal over de vereiste papieren en diploma’s beschikte. En die uitspraak was de trigger voor dit blog. De frustratie van de bureaucratie.

Hoezo diploma’s en vereiste papieren? Werkgevers zouden het lef en de moed moeten hebben om daar eens wat luchtiger mee om te gaan. Lef? Jawel. Je moet als baas richting je ondernemingsraad en/of vakbond misschien wel wat uitleggen. En toch… dat kun je toch als je in mensen, passie en missie gelooft?

Veel organisaties voelen zich zo aan allerhande regeltjes gebonden (of vinden het wel makkelijk dat die er zijn) dat de flexibiliteit om goeie mensen, zonder alle vereiste papieren en diploma’s, aan te trekken is verloren. Bang om aangesproken te worden of om, met een goeie reden, af te wijken van het vaste patroon.

In diverse organisaties waarin ik als eindverantwoordelijk leidinggevende gewerkt heb nam ik al die diploma eisen die gesteld werden soms met een stevige korrel zout.

De Poolse dichteres en nobel prijswinnaar Wislawa Szymborska (1923-2012) schreef over waar het kennelijk in de bureaucratie in relatie tot solliciteren om gaat eens een verrassend gedicht: Het schrijven van een CV.

Wees eens eerlijk. Draait het in een nieuwe baan niet veel en veel meer om de match tussen de diepere missie van het bedrijf en de persoonlijke missie van een kandidaat? Om bezieling, talenten, verbinding, achtergrond, enthousiasme, affectie, veerkracht, levenservaringen en daarmee al opgebouwde levenswijsheid en oprecht gewenste groei?

Inderdaad wordt, zoals Szymborska zo mooi zegt, gevraagd om Cv’s die geschreven zijn alsof de sollicitant nog nooit met zichzelf heeft gepraat en altijd ver uit zijn of haar eigen buurt is gebleven.

Een mooi diploma zegt nog niets over hoe waardevol een (nieuwe) kracht werkelijk voor je organisatie is, kan worden of kan zijn. Je kunt vaak voor hetzelfde geld (of bij de start wat minder) zoveel meer in huis halen.

Haal je als bedrijf of organisatie niet veel meer duurzaamheid binnen als je diploma eisen eens met een korreltje zout zou nemen? Ik heb er prima ervaringen mee.
Als manager ben jij immers toch voor die kwaliteit bewaking van je personeel verantwoordelijk? Als je lef en vooral gevoel voor je zaak hebt, durf je af te wijken. Als je daarnaast in je eigen kwaliteiten gelooft is dat immers ook nog eens gemakkelijk aan de buitenwereld uit te leggen.


Frans Captijn (Gangey Gruma) 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten