vrijdag 10 november 2017

Ben je bang om dood te gaan?

Eind oktober, na mijn eerste vroege les die ik gaf, kwam er een Chinese vrouw naar me toe. Ze vroeg of ze me een hele persoonlijke vraag mocht stellen. Natuurlijk! Het maakte me nieuwsgierig.
“Frans, ben jij bang om dood te gaan?”

Nou, dat was even een aardige binnenkomer op de vroege ochtend. Spontaan, alsof ik op de vraag was voorbereid, gaf ik het antwoord. “Nee hoor, helemaal niet. Over de manier waarop dat gaat gebeuren is voor mij weer wat anders. En omdat ik niet weet wanneer het zal zijn ga ik me daar zeker op dit moment dan ook maar niet druk om maken.”

Ik had die zinnen, die recht uit mijn hart (of ziel) kwamen, eigenlijk nog niet uit gesproken – ik hoorde ze mezelf als het ware zeggen -, toen ik er over dacht hoe ik dit antwoord nu eigenlijk zomaar kon geven. Ja het is waar voor mij en waarom komt dit antwoord, zonder er over na te denken, ineens zo spontaan naar buiten?

En eigenlijk kwamen de achtergronden oover dat antwoord dat ik gaf de dagen daarna pas goed boven en kreeg ik veel duidelijkheid over mijn antwoord.

Nee, ik wil niet gaan nadenken of piekeren over hoe ik die - overigens meest normale zaak die voor iedereen bij leven hoort, de dood, - ga tegen komen. Me nu al druk maken over de manier waarop... Voor mijn gevoel een beetje tijd, en daarmeeleven, verspilling. Het komt wel zoals het komt en op het tijdstip dat achteraf gezien waarschijnlijk het beste was of het beste paste. Daar ben ik dus snel mee klaar.

Maar niet bang zijn voor de dood… Dat is toch even iets anders… Hoewel…?

Toen ik meer en meer over die vraag en dat antwoord na dacht kwam heel spontaan in me op dat ik helemaal niet dood ga. Dat is eigenlijk altijd mijn beleving al geweest en vanuit mijn ervaringen hier in Thailand en mijn verbinding met het Boeddhisme is dat nog sterker geworden. Het is niet eens meer een geloof, het is veel verder verdiept naar een vol vertrouwen.

Er moet al gigantisch veel liefde voor mij zijn geweest nog voordat ik was geboren en nog voordat ik zelf kon en mocht beginnen met het terug geven van aandacht en liefde. 

Denk maar eens hier aan; Mijn fantastische ouders heb ik 'slechts' gekregen. Ik heb niet bewust gevraagd om deze inspirerende levensmanagers. . niet gekozen. Ik heb ze gekregen. Zij bliezen als het ware de levensenergie in me. De adem om te leven. De plek waar ik ben geboren heb ik niet gekozen maar slechts gekregen. Mijn omgeving om op te groeien kreeg ik. Ik kreeg mijn dierbaarste spirituele gids, die in mij door leeft en werkt, wiens naam ik met eer mag dragen. Lieve mensen om me heen (en ook de in mijn ogen wat minder lieve) kreeg ik om me te laten groeien en ontwikkelen tot de person die ik ben. Twee goeie benen, armen,  ogen een compleet en gezond lichaam.  Ik ontving gevoel en de mogelijkheden om me met anderen te verbindenen om liefde terug te geven. 

Volgens mij uit een bijzondere liefde, met een doel en met een opdracht om er goed gebruik van te maken omdat er hier iets op deze wereld ook voor mij iets specifieks te doen is. Zoals dat voor iedere persoon (die immers uniek is) in mijn beleving geldt. 
Ik heb dus om niets gevraagd, ik heb het allemaal uit een hele bijzondere liefde gekregen (dat is althans mijn volledige overtuiging). En dat is voor mij iets Goddelijks waarvoor is hartstikke dankbaar ben.

Mag je dan iets terug geven? En is dat dan ‘slechts’ iets tijdelijks?
Voor mij gaat dat dood gaan over het afscheid van slechts het omhulsel waarvan je tijdens je ‘leven’ gebruik mocht maken. Die tijdelijke tempel van en voor je ziel. Die kruiwagen om je te laten leren en te laten groeien. Die kan je op enig moment niet meer verder dienen en hoe mooi is het dan dat je daar afstand, afscheid, van kan en mag nemen. Het is een zielloos lichaam. Heel, heel vaak heb ik in mijn vorige loopbaan binnen de brandweer en hulpverlening en ook prive van die zielloze lichamen gezien. Je hoeft er geen expert voor te zijn om gelijk te zien en, hoe mooi eigenlijk, ook te voelen dat de ziel, die sprankeling, die tinteling, die levensenergie plotsklaps verdwenen is.

In de natuurkunde leerde ik ooit een basis wet; "Energie gaat nooit verloren."

En omdat, in mijn beleving, die ziel dus door gaat ga je dus helemaal niet dood en hoef je daar dan ook helemaal niet bang voor te zijn. Ik heb twee kinderen waarin ik voor 50% mijn levensenergie heb mogen blazen en met die levensenergie gaan zij dan ook door. Iets dat ik dagelijks voel vanuit de nabijheid van mijn overladen ouders.
En al zou ik geen kinderen op deze wereld hebben mogen zetten… ook dan ging het delen van mijn uniekheid (zoals iedere persoon zijn eigen uniekheid heeft) door. Alle contacten, alle ideeen die werkelijkheid zijn geworden of waarop ik invloed op mocht en kon uitoefenen, het lesgeven en noem maar op… die energie gaat door.

En ik ben vrij om weer stappen voorwaarts te maken in verdere groei… Wat mij betreft lekker doorgaan.

Het is maar hoe je er tegenaan kijkt en niet wat je geloofd maar wat je veel dieper voor 100% vertrouwt…



Frans Captijn

www.captijninsight.com 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten