vrijdag 23 april 2021

Een huisdier, echte vriend voor het leven, is geen speelgoed maar een pittige verantwoordelijkheid.

De “nieuwe aftandmaatschappij” zorgde afgelopen jaar voor een gigantische groei in gezelschapsdieren. Aanspraak, gezelligheid, of wat al niet meer zij, nu meer mensen dan ooit thuis zijn moeten gaan werken of meer aan huis gekluisterd zijn. Dierenasiels raakten (tijdelijk?) zo goed als leeg en winkels in dierenbenodigdheden deden en doen goeie zaken. Elk nadeel heeft immers ook zijn voordelen.

Huisdieren hebben, althans in onze cultuur, heeft naast fijne en leuke kanten ook zo zijn beperkingen. Van huis uit kreeg ik mee dat als je een huisdier hebt, je er ook verantwoordelijk voor bent. Ze kosten zorg, geld en tijd. En hoewel dat misschien voor een goudvis wat anders is dan voor bijvoorbeeld een hond blijft het principe in stand.

Dieren zijn leuk, zeker als ze superjong zijn. Kittens, puppy’s, en noem maar op. Super aantrekkelijk en ze brengen je erg laagdrempelig in een situatie om ‘Ja’ tegen ze te zeggen.

Toen ik in oktober 2012 in een tempel in Saluang, provincie Chiang Mai in Thailand, tegen puppy Kadhow aan liep klikte dat direct. Hij vond mij en ik vond hem en ja zeggen heeft daarin meerdere kanten. Het is, in mijn ogen, zo goed als de zorg voor een kind die je op je neemt. Met die restrictie dat kinderen op enig moment uitvliegen en dieren doorgaans blijven.

Ik wist waar ik ja tegen zei omdat ik in mijn leven al veel vaker de zorg voor dieren op me genomen heb. Vogels, konijnen, eenden, katten, honden en zelfs een paard.

Toen ik mijn vriendin een jaar of drie geleden leerde kennen gaf ze me gekscherend eens aan dat er in Thailand wel eens gezegd wordt dat je als vrouw uit moest kijken voor een Farang (buitenlander) met een hond. Die hond stond namelijk nogal hoog op de ‘ladder’. In het begin schreef ik al dat de plek van dieren in verschillende culturen kan verschillen. In Thailand struikel je haast over de honden en velen krijgen andere zorg dan dat wij in onze cultuur ‘normaal’ vinden.

Dieren hebben is een pittige verantwoordelijkheid. Afgelopen week werd ik weer eens met die verantwoordelijkheid geconfronteerd.

Een paar weken geleden kwamen er opeens vijf ongenode gasten (honden) op ons erf. Daar was Kadhow het niet zo mee eens. Maar een hond is niet, zoals hij inmiddels aardig gewend is, een koe die je weg kunt blaffen of kunt afschrikken en zeker niet als ze met z’n vijven zijn.

Een beet in zijn oor leverde hem na een paar dagen een hematoom op dat niet meer met medicijnen te stoppen was. En daar ga je dan… opereren. En dat voor ‘wilde wolf’ Kadhow. Die al helemaal in de stress schiet als hij zijn jaarlijkse ‘cocktail’ aan vaccinaties tegen allerhande ziektes krijgt.

Geen ontkomen aan. Door het Thaise nieuwjaar hier (dat drie tot vijf dagen lang wordt gevierd) was het moeilijk om een kliniek die open was te vinden. Uiteindelijk slaagden we er vorige week zaterdag in.

Afgelopen week had hij veel zorg nodig. Onze bouwactiviteiten gingen bijna plat en onze nachtrust werd regelmatig aardig verstoord. Het hoort erbij en regelmatig hoorde ik de woorden van mijn moeder: “Als je een dier wilt dan neem je er ook alle zorg en verantwoordelijkheid voor.

En zo is en hoort het, in mijn ogen, ook.Huisdieren zijn geen speelgoed. Deze echte vrienden voor het leven zijn van ons afhankelijk en verdienen door dik en dun onze zorg voor dat wat zij ons geven. Niet meer dan normaal.


Frans Captijn (Gangey Gruma) 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten