In het restaurantje hier in de buurt waar we 'savonds regelmatig eten staat altijd de televisie aan. Van huis uit mee gekregen heb ik mijn hele leven al meer dan de schurft aan een televisie die tijdens het eten als grote aandachttrekker en stoorzender aan staat. Maar goed, ik ben in dat restaurantje te gast dus je accepteert het, of je gaat er gewoon niet meer naar toe. Zo werkt dat in mijn beleving.
Kortom, ik weet er een beetje mee om te gaan en zit op een 'strategische' plek waarbij mijn aandacht zo min mogelijk door dat ding wordt afgeleid en ik een normaal gesprek kan voeren waarbij hoofden van mensen waar ik mee praat niet steeds tussendoor worden weggedraaid. Inderdaad, haast naast die TV met mijn ogen gericht op de tafeltjes.
Steevast staat altijd dezelfde zender op met dezelfde presentator. Maandag tot en met donderdag gaat dat over koken & eten, prioriteit in de Thaise cultuur. De overige drie dagen in de week zijn het 'persoonlijke interviews' over de meest hemelschrijnende levensverhalen. Hartverscheurende en vaak schokkende situaties en omstandigheden waarin diverse mensen verkeren of in terecht zijn gekomen. Het programma probeert een helpende hand uit te steken. Natuurlijk absoluut niet verkeerd.
Waar kijkers de eerste vier dagen met hun favorite activiteit eten worden gelokt, is het in het weekend in letterlijke zin tranentrekkende emotie-tv.
Een ultieme combinatie die zorgt voor zeer hoge kijkcijfers op het beste moment van de dag. Een TV in Thailand is namelijk van levensbelang. Al heb je, soms zelfs in letterlijke zin, geen stoel om op te zitten, een TV is er. Het hoort bij de cultuur, en staat overal aan. Al zeker tijdens etenstijd.
Het zou geen marketing heten of je springt daar als bedrijf natuurlijk handig op in. Je hoeft er haast niets voor te doen om je verkoop boodschap over de drempel te krijgen.
Even naar die weekend uitzendingen terug in combinatie met die marketing.
De meest erbarmelijke omstandigheden die mensen laten zien en vertellen (en slim tranenopwekkend door de presentator worden gevraagd) worden op hun emotionele hoogtepunt plots onderbroken.
Flitsende reclames uit de meest mooi voorstelbare luxe wereld worden ineens op het scherm gegooid. Producten die je feitelijk helemaal niet nodig hebt worden door de meest high-so, meestal de meest mooi gemaakte dames, aangeprezen om te (ver)kopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om witmakers voor de huid, okselfris spul, Acne cremes, auto's en leningen daarvoor, en noem maar op. Zelfs paracetamol, ik begrijp niet waarom je daar reclame voor moet maken, ontbreekt geen avond. Misschien tegen de koppijn die je van die reclames krijgt, dan is het nog niet eens zo verkeerd.
Van blaartrekkende armoede naar overdreven luxe leven zonder belemmeringen. Een totaal schril contrast.
Geld verdienen aan ellende noem ik het. En als je die meestal onzinnige producten ook nog eens koopt betaal je feitelijk aan die onzin mee. Voor mij zijn die reclames dan ook een aansporing om op die voortreffelijke aanbiedingen juist maar niet in te gaan. Ik zit op die spullen ook helemaal niet te wachten.
De basis om te helpen is natuurlijk fantastisch en die reclames brengen zeker ook een klein beetje daarvoor in het laadje.
Toch geeft het steeds weer bij mij een heel vreemd dubbel gevoel en vooral een rare smaak in de mond. En dat terwijl de uitbater van het restaurantje haar uiterste best doet om met aandacht steeds weer een voortreffelijk menu op tafel te zetten.
Het zal technisch gezien allemaal wel heel erg clever voor de economie en voor het zakken vullen zijn. Ik zal te weinig zakelijk inzicht hebben.
Voor mij is de wereld (nee zijn mensen in deze wereld) steeds meer van slag. Hoewel, misschien moet ik mezelf in de spiegel nog dieper in de ogen gaan kijken om erin te gaan geloven dat ikzelf steeds meer ontspoor...
Veel gemakkelijker om er vanuit die gedachte dan mee om te gaan volgens mij. Oordopjes in het restaurant in is immers als alternatief ook niet echt een optie. Dat verstoort normale communicatie met die TV aan nog veel meer.
Frans Captijn (Gangey Gruma)