vrijdag 9 december 2022

Als je mobiel belangrijker is dan je werk…

In iedere provincie in Thailand wemelt het van de bouwmarkten. Ook in de onze.
En als ‘klussen’ je hobby is, zoals voor mij, is dat een genot. Ik hou niet van shoppen maar rondlopen en speuren in één van de vijf gigantisch grote bouwsupermarkten die we hier hebben is voor mij, over het algemeen, een leuke bezigheid.
 
Je leest het goed, “Over het algemeen”, inderdaad. In de meeste van die bouwmarkten is er een meer dan overkill aan staf. Ik begrijp zakelijk gezien werkelijk niet hoe die hordes van mensen betaald moeten worden. 
Bij de bouwmarkt die voor ons het dichtste bij is kun je je auto haast niet parkeren. De grote parkeerplaats is stampens vol. Heel veel klanten zou je zeggen maar helaas. Heb je dan een plekje gevonden dan tref je bijna geen winkelend publiek aan maar het meerendeel staf. En die parkeren hun auto's dus voor de deur.

Als je binnenkomt word je ‘verwelkomt’ (voor zover ze er zin in hebben) door zo’n 10 tot 15 ‘hangende’ en zich vervelende medewerkers. En naar welke afdeling je ook loopt… ze hangen wat af. Nemen selfies, zijn op de sociale media, kletsen in de onderkant van hun mobiel en houden daarna het aparaat met de bovenkant aan hun oor. Het moderne communiceren. 

De meesten spreken geen woord Engels (let wel, dat is mijn fout) en als ik samen met mijn Thaise partner ben die mij vertaalt en uitlegt waar we naar opzoek zijn, dan wordt het niet begrepen of wordt direct gezegd dat het bedrijf dat niet heeft. Vijf meter verder in een schap tref je dan dat waar je naar op zoek bent aan. Alles, maar dan ook alles (en in mijn beleving nog veel meer dan in Nederland) is hier te koop. Van shit kwaliteit tot perfecte kwaliteit en meestal ook nog steeds voor een zeer redelijke prijs (in vergelijking met Nederland).

De staf is meer geïnteresseerd in hun privé mobiele telefoon dan in de klant en klantgerichtheid of klantenbinding is voor de meesten niet weggelegd. 
Onlangs werd me gezegd dat er veel studenten werken die met steun van de overheid werkervaring opdoen. Volgens mij in het leren hoe klantenbinding dus vooral niet werkt en hoe je terwijl je geld verdient toch lekker in je prive wereldje niet met je werk bezig hoeft te zijn.  
 
Afgelopen week had ik teerverf nodig als bescherming van de fundering die we aan het maken zijn. En wederom was ik verbaasd.
We gingen bij de eerste bouwgigant met een foto van het product dat we zochten naar de informatie- & service balie. Maar liefst acht medewerksters die niet op hun computer maar op hun mobiel bezig waren. De medewerkster die ons dan toch te woord stond vertelde dat ze daar niets over wist en dat we maar naar de verfafdeling moesten gaan omdat daar een specialist was die ons kon verder helpen.
 
Gigantisch lawaai. Een enorme luidspreker met keiharde muziek en een gillende medewerker in de microfoon die voor zijn collega een soort van promotie voor een product maakte. Diverse collega’s die dat met hun mobiel met mondkapjes op (ik weet dus niet of ze lachten maar ik verwacht het haast wel) aan het filmen waren. Phatsamon, mijn vriendin, vroeg naar de afdelings ‘manager’. Die kon haar niet verstaan en kwam met de hand om zijn oor dicht naar haar toe om te horen waar ze naar vroeg. “Ik heb deze vraag nog nooit gehad. Volgens mij hebben we dit niet. Gaat u maar even zelf kijken”. En met veel plezier werd er verder gefilmd. Ik wilde de stekker uit de box trekken maar Phatsamon hield me daarvan af.
En jawel hoor, een medewerker wist ons te helpen maar aan een verkeerd product.
 
Drie bouwmarkten verder vond ik het uiteindelijk nadat ik ook van het kastje naar de muur was gestuurd en met hulp, via de telefoon, van Phatsamon die het perfect wist uit te leggen wat we nodig hadden.
 
Ik vertelde het verhaal in ons “praathuis” die avond. Niet vreemd, veel dezelfde ervaringen en er werd stevig om gelachen.
 
Ik maakte de vergelijking met mijn voormalige werk in Nederland.
Stel dat de brandweer of een ambulance uitrukt en bij aankomst aan de mensen wijst wat ze zouden moeten doen en eerst begint met het maken van selfies en het versturen van Facebook, Twitter of andere ‘sociale’ berichten… Is dat normaal tijdens je werk? Lekker interessant. De klant/patient of slachtoffer is toch ( binnen grenzen) koning?
 
Op internet trof ik diverse foto's aan waaronder deze (overigens tijdens een oefening) maar stel dat dit praktijk zou zijn? En ja, ook dat is zelfs praktijk. Ik vond een foto van een ambulance medewerkster die haar vinger opsteekt bij een patient die reeds in de ambulance is overleden. Ze werd er overigens, in mijn ogen terecht, op ontslagen. Inderdaad, niet normaal,
 
Wat mij betreft kan 60% van die staf van de bouwmarkten hier ook naar iets op zoek gaan waarin ze echt interesse hebben of waarvan ze echt iets kunnen leren. Niet slaphangen en lullig kijken in je telefoon, berichtjes sturen, gamen of porno filmpjes kijken tijdens je werk (zoals ik een maand geleden in de verfafdeling van een andere bouwmarkt hier ontdekte) maar gewoon aan de bak voor je werk en de rest lekker thuis of tenminste in je eigen tijd. Maakt spullen volgens mij nog voordeliger ook en de kwaliteit van de serviceverlening en dienstverlening neemt aanzienlijk toe.
 
En volgens mij is dit niet een Thais maar steeds meer een wereldwijd probleem.
Ooit moest ik er als baas aan geloven dat medewerkers tijdens hun werktijd, betaald tijd kregen om in de speciaal gecreëerde rookruimten, hun longen een aantal keer per dag met rook te vullen. Eigenlijk ook best apart omdat de brandweer tegen rook uit persoonlijke veiligheid juist adembescherming draagt. Maar goed. Om een paar keer per dag een glas bier in tijd van de baas te drinken heb ik in ieder geval niet meegemaakt. 
En wat die mobiel betreft… die is er gewoon ingeslopen en vreet dus werktijd. Ligt  die niet letterlijk op tafel, dan zit hij wel ergens op een schermpje achter het ‘werkscherm’ van de computer. Hoogwaardige aandacht op en interesse in het werk wordt zo in veel gevallen aardig omzeep geholpen. Dit soort 'multitasking' maakt de kwaliteit van het werk er niet beter op en werkt fouten in de hand. 
 
Het ligt zeker weten allemaal alleen aan mij en ik vind het gedrag gewoon wat vreemd. Een andere generatie. Fijn een soort zzp-er te zijn op onze bouw zonder die mobiel in mijn hand of achterzak die mijn leven bepaalt. 

En ja, alles is hier te krijgen en het duurt gewoon iets langer om er zelf naar op zoek te gaan en het te vinden. “Mai mi” (Dat hebben we niet) is slechts een begrip voor me geworden om me aan te sporen om het juist toch te vinden. Tot nu toe lukt dat prima. Geluk dat ik bijna nooit meer haast heb. 


Frans Captijn (Gangey Gruma) 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten