vrijdag 16 september 2022

Ik ben hier meer dan een analfabeet en kan me toch goed redden.

Eigenlijk moet ik me meer dan diep schamen. Ik kan niet lezen, niet schrijven en zelfs haast ook de taal nauwelijks spreken. Ja, ik kan tellen en vragen hoe duur iets is, eten en een biertje bestellen en eigenlijk houdt het daarmee ook wel op. 
Ik ben hier in Thailand meer dan een analfabeet. Misschien een heel klein beetje een goedmakertje, ik ben niet de enige. Met mij zijn er tienduizenden expats hier in dit land die op dat gebied dezelfde ‘kwaal’ hebben dan ik.
 
En hoewel ik me in het Engels redelijk goed kan uitdrukken, het gros van de Thai, en al zeker de iets oudere generatie, spreekt geen Engels. Op het resort waar ik ruim vijf jaar werkte sprak zo’n beetje de helft van de staf dat overigens wél redelijk. En Nederlands is hier vanzelfsprekend niet echt een optie.
 
Alles is te leren en hoewel ik geen ‘aanleg’ voor talen heb geldt dat dus ook voor mij. Verschillende keren ben ik begonnen met cursussen. Waar ik werkte het vriendelijk verzoek om uitsluitend Thai met me te spreken (uit beleefdheid bleef dat door mijn Thaise gesprekspartners meestal maar beperkt tot 10 seconden), een aantal maanden les op school (waar ik regelmatig door onregelmatig werk verstek moest laten gaan), twee studieboeken met een cd, en online. Elke dag een half uurtje en dat voor bijna een jaar. En het is nog steeds meer dan bagger. Het lukt me gewoonweg niet en ik haal alles door elkaar. Ruim vier jaar een Thaise partner en we zijn zo goed als 24/7 bij elkaar. Wat spreken we samen? Engels.
 
En dat schrijven zoals ik dat op de lagere school leerde in een schrift met speciale lijntjes, waar je begint met het overtrekken van letters en nadien een voorbeeld letter krijgt die je uit je vrije hand moet naschrijven? Dat begon aardig maar… laat maar.
Let wel, geen enkel ‘bekend’ symbool. Ons alfabet kom je hier niet tegen. Het Thaise alfabet heeft bijna driemaal zoveel ‘letters’ dan waar wij mee gewend zijn te werken. Een westerling kan als basis Thais niet lezen. Geen punten of komma’s, geen hoofdletters. Alles aan elkaar en dan nog met van allerhande kriebels verfraaid. Met onze bekende balpen moeilijk te schrijven. Daarom hebben de balpennen die hier worden gebruikt ook een veel dunnere punt.  
 
Als voorbeeld het eerste couplet van het huidige Thaise volkslied dat we op schooldagen de kinderen van de basisschool in ons dorp altijd voordat de lessen beginnen horen zingen:
 
ประเทศไทยรวมเลือดเนื้อชาติเชื้อไทย
เป็นประชารัฐ ไผทของไทยทุกส่วน
อยู่ดำรงคงไว้ได้ทั้งมวล
ด้วยไทยล้วนหมาย รักสามัคคี
 
Vertaald:
Thailand omarmt in zijn boezem alle mensen van Thais bloed
Elke centimeter van Thailand behoort aan de Thais
Het heeft lang zijn onafhankelijkheid bewaard
Omdat de Thais altijd verenigd zijn geweest.
 
De Thaise taal is een toontaal. Er zijn vijf toonhoogten (hoog, laag, midden, stijgend en dalend) en als je een woord op een verschillende toonhoogte uitspreekt dan betekent het iets totaal anders. Dat is dus oppassen geblazen. De Thai ‘vergeven’ je alles omdat je probeert je best te doen. Mijn vriendin ligt regelmatig in een deuk van het lachen als ik iets probeer uit te leggen. Standaard zeggen de Thai dat hun taal heel eenvoudig is. Nou, voor een westerling die met de paplepel het anders heeft ingekregen, dus wél. Ik zeg inmiddels maar als grap dat ik het in een volgend leven wel zal leren.
 
En hoewel ik voor Nederlandse begrippen hier dus meer dan een analfabeet ben kan ik me hier toch al meer dan tien jaar uitstekend redden. En ook dat is eigenlijk verrassend en heeft veel met het acceptatievermogen van de Thai te maken. En ja, soms leidt het tot hilarische tafrelen of moet ik het anders uitleggen, uitbeelden of tekenen. Of je krijgt gewoon iets totaal anders op tafel dan dat je dacht te hebben besteld. Blijven glimlachen is de oplossing en vooral de ander geen gezichtsverlies laten leiden.
 
En natuurlijk was het meer dan een gemak voor de vergunning voor het zelf bouwen van ons huis dat al dat Engels van mij door mijn vriendin keurig in het Thais kon worden vertaald op de tekeningen en in alle officiële documenten. Tot zelfs mijn bouwkundig ingenieursdiploma moest in het Thais vertaald worden aangeleverd net als alle onderbouwing van de technische berekeningen en allerhande technische termen. En… gelukt.
 
Laat ik maar zeggen dat het de Thaise veerkracht is die me met mijn niet de taal machtig zijn hier goed overeind houdt. Hoewel het ‘Mai mi’ (dat hebben we niet) me soms wel iets te gemakzuchtig in winkels gezegd wordt terwijl je nog geen meter verder dat wat je zoekt in het schap ziet liggen.
 
Ik ga maar lekker 'ongeletterd' hier zo door en hoewel wat beschamend natuurlijk, hopen dat ik het op veel jongere leeftijd in een volgend leven, mocht dat nodig zijn, leer.


Frans Captijn (Gangey Gruma) 




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten