“Een serviceclub is een vrijwillige non-profitorganisatie waarvan de leden elkaar regelmatig
ontmoeten om liefdadigheidswerk te doen door metterdaad bij te dragen of door
het werven van middelen voor andere organisaties. Een serviceclub is in
eerste instantie gericht op haar maatschappelijke missie, hetgeen externe dienstbaarheid
wordt genoemd. Ten tweede wordt zijn gekenmerkt door interne dienstbaarheid.
Leden worden gestimuleerd bij te dragen aan sociale activiteiten, netwerken en
mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing.”
(Bron
Wikipedia, de vrije encyclopedie)
Vele jaren ben ik met veel plezier van verschillende
serviceclubs lid geweest. Als jonge beroepsbrandweerofficier werd ik lid van
Junior Chamber International. Als brandweercommandant in een andere gemeente werd
me gevraagd om een lid van de Round Table International te worden. Toen ik
veertig werd ging dat lidmaatschap over in de zogenaamde 40+ club. Ik werd toen
benaderd voor Kiwanis International en ben daar jarenlang in Nederland nog lid
van geweest.
Ik heb er nog steeds vele goeie herinneringen en
vriendschappen door.
Er is nog steeds heel veel liefdadigheidswerk op deze
wereld te doen. Wat mij het meeste in de clubs die ik noemde aan sprak was de
hands-on mentaliteit (gewoon werken om iets voor anderen te bereiken in plaats
van je eigen beurs trekken) en de sterke vriendschapsbanden. Eens over iets
anders praten dan je werk en op een fijne manier samen werken om de doelen voor
anderen te helpen bereiken.
In Thailand ben ik geen lid meer van een service club.
Regelmatig zie en hoor ik discussies van heel veel verschillende clubs die over
de wereld zijn verspreid. Ik heb meer en meer het gevoel dat de basis intentie
soms dreigt te worden ondergesneeuwd. Zeker als ik af en toe de discussies hoor
over de publieke zichtbaarheid van deze fantastisch mooie organisaties.
De hoofddoelstelling is en moet dienstverlening aan de
gemeenschap zijn en blijven. Niet alleen als club, maar ook als individuele
leden. Het voelt voor mij totaal verkeerd, ik zie het als lidmaatschap
vervuiling, als ik hoor dat een bedrijf voor zijn of haar werknemer het
lidmaatschap betaald. Onderliggend speelt daardoor het bedrijfsbelang. Mogelijk
zakelijke voordelen binnen halen door dat lidmaatschap. Hoe zo persoonlijke
ontwikkeling. Als een lid echt wil werken aan persoonlijke ontwikkeling en groei
... het draait dan dus om een persoonlijke
en niet om een bedrijfsmatige zaak, dan betaal je je lidmaatschap gewoon zelf.
De zaken moeten helder en duidelijk blijven en de service gedachte moet altijd
prevaleren.
En hoewel een serviceclub niet per se exclusief hoeft te
zijn in de ideologische motieven, identificeren veel clubs zich er wel degelijk
mee. En dat is dan ook het tweede wat me als minpuntje meer en meer begint op
te vallen. In mijn beleving hebben de mensen die lid zijn van deze clubs toch
een zekere sociale status of positie. Een lidmaatschap kunnen ze zich over het
algemeen in financiƫle zin gemakkelijk veroorloven. Maar hoe zit dat met die
intenties? Is het de bedoeling die voor 100% op de gemeenschap zijn gericht,
gaan om vriendschap en persoonlijke ontwikkeling? Als ik rond kijk op het
internet (en in de omgeving waar ik woon) zie ik dat het meer en meer kennelijk
de bedoeling is om aan de buitenwereld te laten zien hoe goed we als club wel
niet zijn. Marketing troef. Om status te krijgen of wellicht hoog te houden.
De buitenwereld tonen hoe trots ze zijn om lid van te
zijn (en ja, zo was ik regelmatig ook) en te laten zien tot welke prachtige
dingen ze allemaal niet in staat zijn als liefdadigheid. Met de nadruk op: “Vergeet
niet dat 'WIJ' dit gedaan hebben...
Als je echt aan liefdadigheid, vanuit je overvloed,
creativiteit, netwerk en hands-on mentaliteit, doet dat is meer dan geweldig.
Op veel plaatsen en voor tal van individuen of groepen in de samenleving is dat
nog steeds meer dan nodig. Gelukkig dat er (o.a.) serviceclubs zijn. Maar is daar
dat ‘lifetime label’ plaatsen voor iets dat over het algemeen een vooral leuke,
gezellige en eenvoudige job is (en jawel het kost tijd en organisatie) voor
nodig? Om de aandacht aan dat wat je geleverd hebt te geven en je eigen identiteit
te ‘verhogen’?
Ik vind het bijvoorbeeld triest om te zien hoe hier door
de stad goedwillende oudere mannen, zwetend op hun driewielers, ‘rijke’ gasten
vervoeren met een enorme plaat achterop hun fiets dat een serviceclub hun
zweten heeft gesponsord. En jawel, natuurlijk begrijp ik dat de man hierdoor op
een eerlijke manier voor zijn gezin wat geld kan verdienen. En toch…
Is niet een fundamenteel iets in je leven, en daarvoor hoef je geen lid van een serviceclub te zijn, om te groeien door te delen? Is het eigenlijk niet je morele plicht als je het beter hebt dan zoveel anderen? Het heeft alles te maken met het leven en het vervullen van je missie. Je hoeft daar geen ‘bord’ of 'label' aan vast te plakken omdat het alles te maken heeft met je missie (en ook die missie is groei). En ja nogmaals, ook ik betrap mezelf er soms nog steeds op dat ik mijn 'goede daden' zo graag zichtbaar met de wereld wil delen. Als je je daarvan bewust bent, ben je al weer een stapje dichterbij om gewoon te doen wat je hier hebt te doen. En als anderen mensen dat op welke manier dan ook waarderen is het de kunst om dat ook gewoon te accepteren. Bereid zijn om dat oprechte ‘dank je wel’ in ontvangst te nemen. Soms voor jou eigenlijk geen enkele moeite maar voor anderen een groot gebaar. Iets dat ik ook moest leren (en waarderen) in plaats van te zeggen ‘het was niets, geen enkele moeite’. Dat ontvangen is meer dan genoeg. Geen standbeeld voor nodig.
www.captijninsight.com
Is niet een fundamenteel iets in je leven, en daarvoor hoef je geen lid van een serviceclub te zijn, om te groeien door te delen? Is het eigenlijk niet je morele plicht als je het beter hebt dan zoveel anderen? Het heeft alles te maken met het leven en het vervullen van je missie. Je hoeft daar geen ‘bord’ of 'label' aan vast te plakken omdat het alles te maken heeft met je missie (en ook die missie is groei). En ja nogmaals, ook ik betrap mezelf er soms nog steeds op dat ik mijn 'goede daden' zo graag zichtbaar met de wereld wil delen. Als je je daarvan bewust bent, ben je al weer een stapje dichterbij om gewoon te doen wat je hier hebt te doen. En als anderen mensen dat op welke manier dan ook waarderen is het de kunst om dat ook gewoon te accepteren. Bereid zijn om dat oprechte ‘dank je wel’ in ontvangst te nemen. Soms voor jou eigenlijk geen enkele moeite maar voor anderen een groot gebaar. Iets dat ik ook moest leren (en waarderen) in plaats van te zeggen ‘het was niets, geen enkele moeite’. Dat ontvangen is meer dan genoeg. Geen standbeeld voor nodig.
Frans Captijn
www.captijninsight.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten