Als mensen elkaar in de westerse wereld begroeten dan
schudden ze elkaar de hand. “Hallo! Leuk je weer te zien. Hoe gaat het er mee?”
Het standaard antwoord is meestal; “Goed!”. Misschien is dat maar goed ook. Als
je immers aan geeft dat het niet zo goed gaat dan is er ineens in het standaard
protocol een verstoring. Er moet dan even gezocht worden naar de juiste woorden
en of de juiste manier om daar mee om te gaan. En waarom zou het niet eens een
keer gewoon niet goed gaan? Het is toch niet meer dan normaal?
In mijn vorige werk, als regionaal commandant brandweer
en algemeen directeur van een Veiligheidsregio, bezocht ik regelmatig
bijeenkomsten in de regio, ons land of internationaal. En zeker in de
werkomgeving worden dan verwacht dat je je zogenaamde netwerkvaardigheden toont.
En dat doet dus iedereen op zijn of haar manier bij dit soort bijeenkomsten. Het
was zelfs onderdeel van mijn functieprofiel. Iedereen heeft toch een ‘doel’ om
te bereiken? En vaak kom je op dit soort bijeenkomsten de mensen tegen die je
bij het halen van dat doel kunnen helpen. Je bent dus juist primair naar die
mensen op zoek. En dat merk je aan de aandacht die mensen met dat “Hallo!” aan
je schenken. Je voelt er soms geen enkele verbinding mee en regelmatig wordt je
nog niet eens aangekeken omdat hun ogen gericht zijn op de doelen, die mensen
die ze juist wilt treffen. Beter gezegd nodig hebben. Het is meer een hand, een
“Hallo”, uit beleefdheid hoewel feitelijk heel erg onbeleefd. Of een zogenaamd
gemeende begroeting met een gemaakte lach omdat we voor de buitenwereld niet
willen laten zien dat we jou nu eigenlijk bij deze bijeenkomst wel kunnen
missen.
Met handen schudden maak je daadwerkelijk fysieke verbinding
en dat biedt de mogelijkheid om naast elkaar aan te kijken (de spiegels van de
ziel even te raken) de energie van elkaar te voelen. Weinig staan we daar bij
stil en toch blijft het iedere keer iets unieks om persoonlijkheden (en iedereen
is een persoonlijkheid) aan te raken.
In de cultuur waar ik hier woon is dat aanraken van
elkaar er niet bij. Daarvoor moet de relatie langer en sterker zijn en moet er
vooral een basis van vertrouwen zijn opgebouwd. Familie is hier nummer één en
de rest komt veel later. Sommigen noemen het een soort kat uit de boom kijken.
Je kunt het ook zien als respect naar elkaar tonen. En in de begroeting hier
die we doen met de zogenaamde ‘Wai’ zit enorm veel respect en zelfs een
uitnodiging.
Juist daarover dit blog om te laten zien dat in een
elkaar begroeten zoveel meer kan zitten dan een soms ongeïnteresseerd handen
schudden.
De "Wai" is de Thaise manier van
begroeten en respect tonen. De "Wai" wordt gevormd door van je handen
de vorm van de knop van een Lotus bloem ter hoogte van je borst/hart te maken
en een klein beetje je hoofd te buigen. De "Wai" is een unieke,
gracieuze handeling die als begroeting in heel Thailand wordt gebezigd en die
een belangrijke rol speelt in de Thaise etiquette en het uiten van respect. In
het Boeddhisme is de Lotus bloem verbonden met de Boeddha.
In de Thaise / Boeddhistische cultuur gaan mensen er van
uit dat in iedere persoon een Boeddha zit. Dat is niets heiligs (Boeddhisme is
ook geen godsdienst). Dat Boeddha schap zien ze als een zaadje dat in ieder
mens aanwezig is om goed te doen en dat te delen wat in hem of haar aan
talenten zit. Daarmee help je je omgeving en help je jezelf in verder groei en
wijsheid op de beste wijze.
Bij het begroeten - of het beantwoorden van een groet -
met de Wai zeg je feitelijk:
“Een Lotus voor
jou, ik nodig je uit om je Boeddha te tonen.”
Je toont respect naar de ander en schenkt hem een lotus.
Daarbij nodig je die ander uit om zich zelf te tonen met zijn of haar
uniekheid. Meer hoef je niet te zijn, meer hoef je niet te delen. Wees en blijf
jezelf. Daarop wordt slechts gewacht en vertrouwd.
In Nederlandse begrippen zou het zoiets kunnen zijn als
doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Laat gewoon jezelf zien en speel
geen spelletjes. Hoe anders heb ik ervaren in de wereld waarin ik jaren mocht
vertoeven in allerhande ‘kringen’ en jawel, ook ikzelf deed er aan mee.
Met de Wai toon je ook respect voor de status van de
ander. Jongeren groeten bijvoorbeeld ouderen eerst. Iemand met een hogere
status (een monnik, de koning) groet je met je handen (duimen) tegen je
voorhoofd (zesde Chakra / derde oog).
Kinderen begroeten hun ouders door hun handen voor hun
neus (verbonden met ademhalen / leven) te houden. Ze tonen daarmee respect naar
hun ouders omdat de ouders ze het leven hebben geschonken.
Schoolkinderen en studenten begroeten hun docenten met de
Wai voor hun mond. Dit respect (volgens mij in het Westen en al zeker op de
middelbare scholen nagenoeg niet meer te vinden) heeft als betekenis; “Wij
hebben geleerd in iedere situatie eerst ons mond te houden. De leraar is er om
ons iets te leren. Daar moet je eerst naar luisteren om te kunnen begrijpen.”
Iets overigens dat niet betekent dat je als student dan maar altijd overal je
mond over moet houden of alles voor zoete koek hoeft te slikken. Maar neem je
tijd eerst eens om te luisteren. De dag daarop, als jij meer weet, kun je met
respect die zaken voorleggen of vragen en daarmee schiet iedereen iets op.
Verbinden, respect tonen en de uitnodigen om lekker
gewoon jezelf te zijn en te delen wat je aan uniekheid te delen hebt. Voor mij
een warme(re) ervaring.
Frans Captijn
www.captijninsight.com
www.captijninsight.com
Geen opmerkingen:
Een reactie posten