vrijdag 27 februari 2015

Niets of juist alles?



Meestal breng ik tijdens de meditatie, die ik hier een aantal keren per week vroeg in de morgen voor gasten begeleid, een tekst als overweging in. Gisteren was dat de volgende; 











Niets of alles?

Ik vroeg om kracht en ontving moeilijkheden om me sterk te maken.
Ik vroeg om wijsheid en ik kreeg problemen om op te lossen.
Ik vroeg om voorspoed en ik kreeg hersenen, het verstand om te kunnen werken.
Ik vroeg om moed en ik kreeg obstakels om te overwinnen.
Ik vroeg om liefde en ik kreeg mensen op mijn weg met problemen, die ik kon helpen.
Ik vroeg om gunsten en ik ontving kansen.

Ik kreeg niets van wat ik wilde
Maar ontving alles wat ik nodig had.

Leef je leven zonder angst. Ga je obstakels tegemoet in de wetenschap dat je ze kunt overwinnen!


Rond het middaguur kwam er iemand naar me toe dat deze tekst hem had geraakt. We raakten er samen over aan de praat. Het boeddhisme leert dat het verleden voorbij is en de toekomst nog moet komen en meestal ook niet die toekomst is zoals je die probeert vorm en inhoud te geven. Piekeren ontstaat juist door je nog steeds over het verleden druk te maken en de toekomst die op je ligt te wachten maakbaar te maken. Plannen smeden en, zoals dat binnen de brandweer vaak werd onderwezen, zelfs plannen ‘+’ op te stellen zodat je altijd iets in de achterzak had mocht het eerste plan niet goed voor je uitpakken.

Met al dat terugkijken en met al die plannen makerij genieten we nog nauwelijks van dat waar we nu mee bezig zijn.

Paulo Coelho noemt het in zijn boek ‘Like the flowing river’ het grappige aan de mens. Hij schrijft: “We denken voortdurend verkeerd om: Hoe eerder we volwassen kunnen zijn hoe beter, en vervolgens klagen we over onze verloren jeugd. Onze gezondheid offeren we op om aan geld te komen, en hebben we dat, dan geven we alles weer uit om gezond te worden. Veel mensen zijn toekomst gericht dat ze het heden verwaarlozen, ze hebben daardoor in het heden geen leven, maar in de toekomst ook niet. We leven alsof we nooit dood zullen gaan, en sterven alsof we nooit hebben geleefd.”

Op basis van het eerste verhaal gaf de man die me er nadien over aan sprak dat we misschien eens wat meer lef zouden moeten hebben om onze weg gewoon onder onze voeten te laten ontstaan. Hij zei dat als je nadien terug keek je, zoals het verhaal aan geeft, eigenlijk precies gekregen had wat je nodig had om te komen waar je nu was en te leren en te groeien.

Een mooie overweging… je weg onder je voeten laten ontstaan en meer bewust te zijn – en te genieten van- iedere stap die je er op zet in plaats van alleen maar bezig te zijn met heel ver vooruit kijken.

Frans Captijn

vrijdag 20 februari 2015

Over history, his story and my story…

Geschiedenis herhaalt zich wordt wel eens gezegd en in mijn beleving klopt dat ook regelmatig. De ingrediënten kunnen, vanwege het tijdverschil of de cultuurontwikkeling misschien dan wel anders zijn maar de uitwerking komt vaak op hetzelfde neer.
Ook in mijn vorige werk was dat zo in de politiek bestuurlijke besluitvormingscyclus. Een collega wees me er vaak feilloos op en voorspelde het proces al. Soms werden zelfs stukken van jaren geleden terug gezocht en slecht op enkele punten aangepast.

Ik vond het ook vaak leuk om te zien bij burgemeestersvacatures. De gemeenteraad stelde dan een profiel op waaraan de nieuwe burgemeester moest voldoen. Vaak stonden daarin als wensen juist die dingen opgenomen waarin de burgemeester die - door welke reden dan ook - afscheid van de gemeente nam of al had genomen, in de ogen van de raad te kort schoot. Een ander type en karakter kwam dan meestal op de politiek bestuurlijke stoel te zitten. En als déze persoon na een aantal jaren of ambtstermijnen dan weer afscheid nam, dan kwamen in het nieuwe profiel regelmatig weer die dingen boven die vaak weer heel erg veel weg hadden van wat ooit in het profiel van de voorganger had gestaan. Het kan verkeren.

En hoewel je in geschiedenis soms een vicieuze cirkel ziet, is die geschiedenis weldegelijk voorbij. En toch maken we ons er regelmatig ontzettend druk over. We piekeren wat af over het verleden en over de toekomst. We vergeten heb ik het idee dat we ook nog kunnen leven en genieten van dat waar we juist nu mee bezig zijn.

Het woord ‘history’ brengt me in relatie tot dat piekeren bij ‘his story’. Waar ik hier nu werk komen bezoekers van over de hele wereld. En als ze dan de tijd hebben om even zalig in een fantastische omgeving te ontspannen dan wordt daar niet voor gekozen. Veel vaker gaat het over het delen van verhalen van anderen. Face to face of via de telefoon. Het gaat over zijn of haar verhaal waarvan we de achtergronden en cultuur niet eens weten maar er wel haast gelijk een oordeel over hebben. Het gaat soms zover dat anderen, die die verhalen aanhoren, zich genoodzaakt voelen om te moeten kiezen voor de een of de ander. Wat een onzin eigenlijk. Waar komt dat praten over anderen vandaan? Wat is de drijfveer? Ook ik had er regelmatig zelf een handje van.

Vanuit het boeddhisme kreeg ik onlangs als antwoord dat het veel gemakkelijker en aantrekkelijker is om over anderen te praten dan over jezelf ‘my story’. We durven de confrontatie met ons zelf bijna niet aan. Geen bloem is het zelfde, geen mens is het zelfde. Iedereen is uniek. History herhaalt zich zelf maar ‘my story’ is vanuit de boeddhistische filosofie eindeloos. Eindeloos op twee manieren. Het is een levens en ervaringsweg die nooit stopt. Zelfs niet als je fysiek op houdt met te bestaan. Eindeloos ook in de zin van buitensporig uniek. De wijsheid zit in jezelf en van jouw levensweg, jouw eigen verhaal, kun je zo enorm veel leren.

Je hoeft de ‘history’, en ‘his story’ of ‘her story’ maar te laten voor wat die is. Er niet langer zelf aan mee te doen. Dat scheelt een hoop tijd die je beter kunt besteden om je eens te bezinnen op wat levert ‘my story’ me eigenlijk op? Geef ik toe aan die dingen die werkelijk in mezelf spelen? Wat heb ik tot nu toe al geleerd? Hoever ben ik al gegroeid?  

Een tip van een monnik om misschien eens bij stil te staan en het goud in de knop van jezelf te ontdekken…



Frans Captijn  

vrijdag 13 februari 2015

Het gebruik van kleuren in het boeddhisme


Nu er ook deze week weer, nu vanuit Nederland, twee keer om werd gevraagd is het misschien wel eens leuk om iets over het gebruik van kleuren in het boeddhisme uit te leggen.

Nogmaals, boeddhisme is geen godsdienst. De Boeddha was een prins (Siddharta Gautama). Zijn vader een koning en zijn moeder een koningin. De Boeddha wordt gezien als een spiritueel leraar die richtlijnen, en dus geen regels of verplichtingen, heeft gegeven om piekeren en lijden te stoppen verminderen. Een vorm van handleiding voor het kunnen krijgen van rust en vrede in en met jezelf en daarmee met de wereld om je heen. Alles vanuit de optiek van ‘Geloof me niet, onderzoek en vind het zelf.’ De basis van het boeddhisme is in ieder land het zelfde. De beleving en het uiterlijk vertoon verschilt soms op een aantal punten. Zo is het ook met bijvoorbeeld de Boeddha figuur zelf, Thailand heeft de slanke Boeddha, China de rijke en dikke Boeddha. Maar ook de verschijning van de boeddhistische vlag en met het gebruik en de uitleg van kleuren kan soms wat verschillen.

Mijn uitleg van het kleuren gebruik is een vrij algemene die, vanzelfsprekend, dicht bij de Thaise variant staat.

De kleur oranje valt in het straatbeeld hier het meeste op. Er gaat hier geen dag voorbij of je komt wel ergens monniken tegen, gekleed in hun oranje outfit. Een outfit niet onderhevig aan de invloed van marketing en mode. Meer hebben ze niet nodig. Oranje staat voor het onderwijzen van de leer van de Boeddha (de Dhama) en voor wijsheid. 

Wit daarentegen staat juist voor het leren zelf, je zonder tijd en vaste plek, open stellen voor vrijheid, lang leven, en ontvankelijkheid om juist wijsheid op te bouwen / te laten opwellen. Je met al je zintuigen open stellen voor de spiegels van de natuur en je omgeving en die zonder oordelen en vanuit een zichtbare leegte (puurheid) gade slaan. 

Zwart staat voor oudheid, voor duisternis maar ook voor haat als tegenhanger van wit. Overigens worden zwart en wit ook regelmatig samen gebruikt. Bijvoorbeeld bij het vieren van een crematie / het einde van het afgelopen leven. Overigens een totaal andere en niet vergelijkbare beleving dan een westerse crematie plechtigheid. De crematie viering is feitelijk dan ook de opmaat naar een periode van opnieuw zijn. 

Blauw staat voor compassie, vrede met jezelf, heling, puurheid en het krachtige element dat ieder bezit om (oneindig) verbinding met de wereld om je heen te kunnen maken door het uitzenden van verbindingsenergie (sending out loving kindness). 

Rood, de kleur van vuur is, op goud na, de hoogst energetische kleur. De kleur staat voor levenskracht, voor transitie, voor beoefening van de leer (onderhoud). 

Goud staat voor de verbinding met de zon (dag) en de dagrituelen. Voor bescherming door negatieve krachten, voor ambitie op lange termijn, voor succes, voor humor en een zonnig lang leven. 

Zilver geeft de verbinding met de maan (nacht) aan. Het is gekoppeld aan diepe reflectie en inzicht dat vanuit rust en stilte kan ontstaan (innerlijke bron/intuïtie). Voor dromen en voor ongekende innerlijke capaciteiten. 

Groen staat voor actie, balans (beweging en harmonie), jeugdigheid en vernieuwing. 

Geel staat voor wat het boeddhisme zo mooi ‘de middenweg’ noemt. Het vermijden van extremen. Voor leegte (wat overigens niet betekent ‘niets’). Voor verbinding met de aarde, voor overgave en los laten (afstand nemen).

Het boeddhisme gebruikt regelmatig het hele regenboog spectrum samen. Het wordt gezien als het een-na-laatste stadium voordat puur helder licht (verlichting) ontstaat. De volledige persoonlijke openheid en verbinding.

Nu ik dit blog zo heb geschreven realiseer ik mij dat het opschrijven van de achtergronden van kleuren één is maar dat je daarmee de beleving van die kleuren in de leer absoluut mist.

Je zou het moeten mee maken om er het juiste gevoel bij te krijgen.

Wie weet… zie ik je ooit nog eens in een www.captijninsight.com programma om het te beleven. 


Frans Captijn
www.captijninsight.com


vrijdag 6 februari 2015

We maken maar een bende van onze mentale tuin


Meestal sta je er maar weinig bij stil. Het is dagelijkse gewoonte, een onbewust ritueel, om je te wassen, je tanden te poetsen, aandacht aan je lichaam te schenken. Van steeds meer mensen zie ik kaartjes op Facebook van routes die ze hebben hard gelopen om aan hun lijf te werken. Veel mensen bezoeken een of meerdere keren per week een sportschool of kiezen als het effe lukt de fiets om naar het werk te gaan. De zondag is verworden, ik weet het nog aan het aantal mensen dat rond de plas waaraan mijn huis in Zeeland staat gingen sporten, tot een dag met wat tijd voor ons lichaam.

Deze week, in een gesprek met gasten uit Florida, kwam het er over dat ons lichaam meestal aardig wat aandacht krijgt om gezond te blijven. Gezond zijn en blijven heeft echter met veel meer dingen te maken dan alleen, fysiek, met ons lijf. Op de plek waar ik in Thailand werk be-leven mensen dat heel bewust.
Onze geest, onze met een mooi woord ‘mentale gesteldheid’, komt er in de meeste gevallen maar bekaaid vanaf. En het mooie is dat zelfs (steeds luidere) signalen van slecht slapen en/of wakker liggen, piekeren, geen antwoorden krijgen of creatieve oplossingen kunnen zien, zorgen maken, verkramping of bijvoorbeeld stress ons niet eens alert maken op dat er iets mis is. We maken ons er ziek mee en komen niet eens meer op de gedachte dat we er iets tegen moeten gaan doen. We gaan nog harder doordraven…

Dagelijks worden we bedolven onder een dusdanige hoeveelheid informatie die onze geest moet verwerken dat ons hoofd een soort ‘dumpplek’ wordt. Om de confrontatie met onszelf niet aan te hoeven gaan vertellen we verhalen over hem of over haar. Dat is veel gemakkelijker dan eens stil te staan en te reflecteren op ons eigen verhaal (dat leven heet). En ook de indrukken van anderen, die wij vaak zelf vorm en inhoud geven, dumpen we er nog even in ons hoofd bij.

Op de boeddhistische universiteit hier vertelde een wat oudere monnik dat je de geest kunt zien als een mentale tuin. Op een dag gaan er gemiddeld genomen zo’n 60.000 gedachten door ons hoofd. 95% daarvan zijn gedachten van gisteren. Onze mentale tuin bedelven we met gedachten waarmee we voor een groot deel ook nog eens onbewust aan de slag gaan. We maken er onze eigen, voor veronderstelde, verhalen en plannen voor de toekomst bij en gooien die er op onze stortplek ook nog eens bij. De geest is verworden tot een ongeorganiseerde dump plek van vanalles. Een plek waaruit vergiftiging, stank, negatieve energie en afsluiting ontstaat. Dat gif en die stank houden ons uit onze slaap en gunnen mooie en waardevolle dingen, die er al lang voor ons klaar liggen, niet om te voorschijn te komen.

Een gepassioneerde tuinman of vrouw draagt optimaal zorg voor de tuin. Begin vorig jaar had ik zo’n vrouw, Marianne Folmer, in een van mijn groepen die er bezielend over kan vertellen. Deze mensen verstaan de stem van de natuur en de roep die de natuur regelmatig vanuit de kracht van haar seizoenen uit. Ze weten, en bewegen er in mee, dat er een ongedwongen tijd nodig is om te rusten om stil te zijn, om lucht toe te dienen, om de grond in optimale conditie te houden, om op te ruimen, om te laten besterven, om te zaaien, om uit te dunnen waardoor planten optimaal en zonder concurrentie gedrag in hun pracht tot bloei kunnen komen, en om te oogsten.
En wat ze ook weten is dat er als tuinman of vrouw vooral een optimaal genieten van élk proces, niet alleen de lente of de zomer, is. Het is een spiegel van en voor ons eigen verhaal dat leven heet.

Onze geest is de basis en niet ons lichaam. De geest is een fantastisch en wonderbaarlijk instrument.

Met mijn gasten uit Florida kwamen we er achter dat het wat bewuster inzetten op de verzorging (het reinigen) van onze geest, onze eigen ‘mentale tuin’ eens wat opruimen, er aandacht aan geven en lucht geven, een wonderbaarlijke ont-dekking (van iets wat er al lang voor ons ligt te wachten), kan geven.

En net als bij een bezoek aan een bibliotheek en boekhandel… neem er eens je tijd voor en geniet van de rust. Wellicht tijd voor een goeie en waardevolle voorjaarsschoonmaak.

Frans Captijn